Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de invoering van schorsende werking in beroep bij aanvragen die op grond van artikel 30 van die wet niet in behandeling zijn genomen
In recente uitspraken oordeelde de Afdeling dat zij in Dublinzaken in de hoger beroepsfase de overdrachtstermijn van zes maanden alleen nog maar kan opschorten als die termijn ook al tijdens het beroep in eerste aanleg was opgeschort.
Op dit moment heeft het beroep in eerste aanleg enkel schorsende werking als de, door de vreemdeling gevraagde, voorlopige voorziening door de rechter wordt toegewezen. In de meeste gevallen wordt in eerste aanleg echter de voorlopige voorziening met de beslissing in de bodemzaak afgewezen met als motivering dat inmiddels op het beroep is beslist. De overdrachtstermijn loopt dan ondertussen door. Gevolg is dat in hoger beroep in Dublinzaken in veel gevallen de overdrachtstermijn van zes maanden verstrijkt en de asielzoeker niet meer kan worden overdragen aan de verantwoordelijke EU-lidstaat.
Dit wetsvoorstel brengt hierin verandering door automatisch schorsende werking toe te kennen aan het beroep in eerste aanleg in zaken waar de aanvraag niet in behandeling is genomen op grond van artikel 30 Vreemdelingenwet 2000 (Dublinzaken).
Mijlpaal
Naam |
Adviesaanvraag aanhangig bij Raad van State |
Datum |
07-05-2025 |
Fase |
Raad van State |
Documenten
Type |
Titel |
Versie |
Publicatiedatum |
Opmerkingen |
Ontwerpregeling en toelichting
|
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de invoering van schorsende werking in beroep bij aanvragen die op grond van artikel 30 van die |
1 |
23-05-2025 |
|
Overig
|
Advies NOVA |
1 |
23-05-2025 |
|
Overig
|
Advies RvdR |
1 |
23-05-2025 |
|
Overig
|
Advies VWN |
1 |
23-05-2025 |
|